Nederlandse naam: Beverboom / Tulpenstruik.

Bladkleur: groen.
Bloemkleur: roze.
Hoogte: 3,00 m - 4,00 m.
Bloeitijd: J F M A M J J A S O N D.
Groeivorm: uitgroeiend.
Entplaats: onderaan.
Leverbaar: in container.

Toepassing en gebruik: vruchten - geurend - bladplant - snijbloem - bloemschikken - snoeibaar - bijenplant - herfstverkleuring.

Licht: zonlicht - halfschaduw.
Bodem: humeus.
Vochtigheid: vochthoudend.
Zuurtegraad: licht zuur.

Omschrijving: (M.denudata x M.liliiflora).
Edward F. Gilman en Dennis G. Watson.
Deze cultivar is meestal een meerstammige, brede struik met een aantrekkelijke grijze schors en is traag groeiend.
De jonge bomen zijn duidelijk recht maar worden ronder naargelang de leeftijd. De grote, groene bloemknoppen worden tijdens de winter gedragen aan de uiteinden van de takken.
De bloei is later dan andere soulangeana soorten en ontluikt vóór de bladeren met grote, witte bloemen met roze of purperen schijn bij de basis van de bloemblaadjes. Deze varieteit is minder vatbaar voor de vorst door zijn latere bloei dan ander soorten en cultivars en bloeit al overvloedig op nog jonge planten.
De boom wordt het best gebruikt als solitair op een zonnige plaats waar hij een symmetrische kroon kan ontwikkelen. Hij verdraagt goed snoei, is ongedierte ongevoelig.
De lichtgrijze schors is prachtig, in het bijzonder tijdens de winter wanneer de boom naakt is. Deze magnolia's doen het het best op een zonnige plaats in rijke, vochtige maar poreuze grond.
Hij zal slecht gedraineerde grond voor slechts een korte periode tolereren.