Stachyurus chinensis 'Magpie'
€0.00
Nederlandse naam: Staartaar.
Bladkleur: bont.
Bloemkleur: crèmegeel.
Hoogte: 1,00 m - 1,50 m.
Bloeitijd: J F M A M J J A S O N D.
Groeivorm: struik.
Entplaats: stek.
Leverbaar: /.
Toepassing en gebruik: geurend - zeewindbestendig - bladplant - snijbloem - bloemschikken - snoeibaar - bijenplant - herfstverkleuring.
Licht: /.
Bodem: vruchtbaar.
Vochtigheid: doorlatend.
Zuurtegraad: neutraal.
Omschrijving: Stachyurus chinensis ´Magpie´ is een bontbladige cultivar van de staartaar. Gevonden in 1945 op de beroemde Engelse kwekerij van Hilliers.
De plant heeft minder groeikracht dan de soort en heeft creméwitte bladranden. Regelmatig zie je ook geheel witte bladeren doch deze sterven snel af door het gebrek aan chlorofyl.
Ook deze cultivar is hier weinig te vinden. Deze soort is minder vorstgevoelig maar doet het toch het best op beschutte plaatsen, op losse, enigszins vochtige grond.
Als de plant te groot wordt kan men ze gemakkelijk na de bloei dunnen of rigoureus terug snoeien.
Van ziekten en plagen heeft de plant geen last, zelfs door bladluizen wordt zij weinig bezocht.
Bloeit in februari, maart en april met geurende crème-gele bloemen. De bladeren zijn eirond tot langwerpig eirond.
De hoogte is ongeveer 1,5m.
Bladkleur: bont.
Bloemkleur: crèmegeel.
Hoogte: 1,00 m - 1,50 m.
Bloeitijd: J F M A M J J A S O N D.
Groeivorm: struik.
Entplaats: stek.
Leverbaar: /.
Toepassing en gebruik: geurend - zeewindbestendig - bladplant - snijbloem - bloemschikken - snoeibaar - bijenplant - herfstverkleuring.
Licht: /.
Bodem: vruchtbaar.
Vochtigheid: doorlatend.
Zuurtegraad: neutraal.
Omschrijving: Stachyurus chinensis ´Magpie´ is een bontbladige cultivar van de staartaar. Gevonden in 1945 op de beroemde Engelse kwekerij van Hilliers.
De plant heeft minder groeikracht dan de soort en heeft creméwitte bladranden. Regelmatig zie je ook geheel witte bladeren doch deze sterven snel af door het gebrek aan chlorofyl.
Ook deze cultivar is hier weinig te vinden. Deze soort is minder vorstgevoelig maar doet het toch het best op beschutte plaatsen, op losse, enigszins vochtige grond.
Als de plant te groot wordt kan men ze gemakkelijk na de bloei dunnen of rigoureus terug snoeien.
Van ziekten en plagen heeft de plant geen last, zelfs door bladluizen wordt zij weinig bezocht.
Bloeit in februari, maart en april met geurende crème-gele bloemen. De bladeren zijn eirond tot langwerpig eirond.
De hoogte is ongeveer 1,5m.